De bescherming van de GUI van een computerprogramma

In een recent arrest van 22/12/2010 sprak het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uit in welke mate de gebruiksinterface van computerprogramma’s (en dus bijv. ook websites), ook wel Grafical User Interface genoemd (hierna: ‘GUI’), naast de eigenlijke code van het programma, een algemene auteursrechtelijke bescherming kan genieten.

Wettelijke principes inzake GUI’s

Onder Belgisch IP-recht vallen computerprogramma’s onder de algemene bescherming van de Auteurswet van 30/06/1994 (hierna: ‘Auteurswet‘). Onder impuls evenwel van Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s heeft de Belgische wetgever voor de auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma’s een aantal afwijkende regels in het leven geroepen. Dit gebeurde d.m.v. de Wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (hierna: ‘Softwarewet’).

Vooreerst bepaalt de Softwarewet in zijn art. 1 dat “computerprogramma’s, het voorbereidend materiaal daaronder begrepen, auteursrechtelijk beschermd en gelijkgesteld met werken van letterkunde”, wat inhoudt dat computerprogramma’s, naast de bepalingen van de Softwarewet, eveneens beschermd worden door de Auteurswet.

Art. 2 Softwarewet bevat evenwel een uitzondering op de algemene auteursrechtelijke regel dat elke creatie die in een concrete vorm is uitgedrukt, en origineel/oorspronkelijk is (t.t.z. het resultaat is van een creatieve activiteit), bescherming geniet. De softwarewet sluit immers uitdrukkelijk een aantal aspecten eigen aan computerprogramma’s uit van deze auteursrechtelijke bescherming:

De bescherming overeenkomstig deze wet wordt verleend aan de uitdrukkingswijze, in welke vorm ook, van een computerprogramma.

De ideeën en beginselen die aan enig element van een computerprogramma ten grondslag liggen, met inbegrip van de ideeën en beginselen die aan de interfaces daarvan ten grondslag liggen, worden niet auteursrechtelijk beschermd.

Lees meer over dit bericht

FOD Economie verscherpt controles op webwinkels: een overzicht van de aandachtspunten (3/3)

In mijn blogpost van vorige week vrijdag (FOD Economie verscherpt controles op webwinkels: een overzicht van de aandachtspunten (1/3)) en van maandag ll. (FOD Economie verscherpt controles op webwinkels: een overzicht van de aandachtspunten (2/3)) gaf ik naar aanleiding van de aangekondigde verscherpte controles op Belgische webwinkels door de FOD Economie reeds een overzicht van de algemene regels die in de WMPC terug te vinden zijn inzake prijsaanduiding  en verkopen op afstand.

In dit derde en laatste deel wordt dieper ingegaan op een derde aspect van de aangekondigde controles:

  • informatieverplichting betreffende de identiteit en de contactgegevens van de onderneming
  • verbod op het vooraf aanvinken van betalende optie

Voorafgaandelijk opnieuw dezelfde nuance die ik in het eerste deel heb gemaakt: in deze toelichting wordt er uitgegaan van een B2C webwinkels. Het verschil tussen een B2C en een B2B webwinkels is voor de op de WMPC gebaseerde verboden niet zonder belang: deze regelgeving is immer uitsluitend van toepassing op consumenten (“iedere natuurlijke persoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten verwerft of gebruikt”). De regelgeving op grond van de Wet Verwerking Persoonsgegevens en de Wet Diensten Informatiemaatschappij, die ik eveneens hierna kort aanhaal, zijn op hun beurt wel van toepassing op niet-consumenten.

Het eerste deel van deze bijdrage beslaat de verplichtingen die de Wet van 11/03/2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij (B.S. 17/03/2003, hierna ‘WDI’) aan dienstverleners oplegt inzake het meedelen van hun identiteit en contactgegevens.

Verder zal ik het controlepunt ‘vooraf aanvinken van betalende optie‘ hier iets ruimer bespreken, en mij focussen op volgende vier checkbox-gerelateerde en in de praktijk veel voorkomende ‘aanvinkbare’ opties:

  1. opties inzake betalende, aanvullende goederen of diensten
  2. opties inzake overdracht van persoonsgegevens aan derden
  3. opties inzake direct mailings (nieuwsbrieven, reclame, enz.)
  4. opties inzake aanvaarding van algemene voorwaarden

Lees meer over dit bericht