The Bright Side n°7: “Verras je vrienden en laat hen (illegaal) kennis maken met deze site!”. Over de juridische valkuilen bij virale marketing.

Vandaag werd the Bright Side n°7 gepubliceerd op de website van Bright Advocaten, over virale e-mailmarketing:

Onder virale marketing worden campagnes begrepen waarbij het sociale netwerk van een gebruiker of klant wordt aangewend om reclame te verspreiden voor een bepaald product of dienst. U kent dit marketingconcept ongetwijfeld in de vorm van campagnes zoals “Nodig een vriend uit” of “Stuur deze site door naar drie kennissen“. Alleen is het voeren van dergelijk onlinemarketing niet zonder juridisch risico. Deze marketingstrategie is immers onderworpen aan diverse wetsbepalingen die, indien ze niet worden nageleefd, tot een staking van de marketingcampagne kunnen leiden. In een recent gepubliceerd arrest bevestigde het Hof van Beroep te Luik de toepassing van diverse wettelijke principes op het concept van de virale e-mailmarketing.

U kan deze the Bright Side via deze pagina raadplegen.

FOD Economie verscherpt controles op webwinkels: een overzicht van de aandachtspunten (3/3)

In mijn blogpost van vorige week vrijdag (FOD Economie verscherpt controles op webwinkels: een overzicht van de aandachtspunten (1/3)) en van maandag ll. (FOD Economie verscherpt controles op webwinkels: een overzicht van de aandachtspunten (2/3)) gaf ik naar aanleiding van de aangekondigde verscherpte controles op Belgische webwinkels door de FOD Economie reeds een overzicht van de algemene regels die in de WMPC terug te vinden zijn inzake prijsaanduiding  en verkopen op afstand.

In dit derde en laatste deel wordt dieper ingegaan op een derde aspect van de aangekondigde controles:

  • informatieverplichting betreffende de identiteit en de contactgegevens van de onderneming
  • verbod op het vooraf aanvinken van betalende optie

Voorafgaandelijk opnieuw dezelfde nuance die ik in het eerste deel heb gemaakt: in deze toelichting wordt er uitgegaan van een B2C webwinkels. Het verschil tussen een B2C en een B2B webwinkels is voor de op de WMPC gebaseerde verboden niet zonder belang: deze regelgeving is immer uitsluitend van toepassing op consumenten (“iedere natuurlijke persoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten verwerft of gebruikt”). De regelgeving op grond van de Wet Verwerking Persoonsgegevens en de Wet Diensten Informatiemaatschappij, die ik eveneens hierna kort aanhaal, zijn op hun beurt wel van toepassing op niet-consumenten.

Het eerste deel van deze bijdrage beslaat de verplichtingen die de Wet van 11/03/2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij (B.S. 17/03/2003, hierna ‘WDI’) aan dienstverleners oplegt inzake het meedelen van hun identiteit en contactgegevens.

Verder zal ik het controlepunt ‘vooraf aanvinken van betalende optie‘ hier iets ruimer bespreken, en mij focussen op volgende vier checkbox-gerelateerde en in de praktijk veel voorkomende ‘aanvinkbare’ opties:

  1. opties inzake betalende, aanvullende goederen of diensten
  2. opties inzake overdracht van persoonsgegevens aan derden
  3. opties inzake direct mailings (nieuwsbrieven, reclame, enz.)
  4. opties inzake aanvaarding van algemene voorwaarden

Lees meer over dit bericht