De impact van de nieuwe Richtlijn Consumentenrechten op e-commerce

In het Publicatieblad van de Europese Unie van 22/11/2011 werd de nieuwe Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten (hierna: ‘Richtlijn Consumentenrechten’, klik hier voor de volledige tekst) gepubliceerd. Deze richtlijn roept, zoals de naam laat vermoeden, een nieuw en uniform kader in het leven voor een aantal contractuele rechten van consumenten, en vervangt de huidige richtlijnen inzake verkoop buiten de onderneming en verkoop op afstand.

De Richtlijn Consumentenrechten bevat onder meer nieuwe regels m.b.t. verkoop op afstand, zodat deze richtlijn ook zijn impact zal hebben op e-commerce. Evenwel dient de richtlijn door de lidstaten slechts omgezet zijn in nationaal recht tegen uiterlijk 13/12/2013 – een richtlijn legt immers niet rechtstreeks rechten en plichten op aan rechtsonderhorigen – en zijn de nieuwe bepalingen van slechts van toepassing op overeenkomsten gesloten ná 13/06/2014.

In deze bijdrage wordt reeds een overzicht gegeven van de impact die de nieuwe bepalingen zullen hebben op overeenkomsten gesloten in het kader e-commerce. Niettegenstaande de lopende omzettingstermijn, kan het op vandaag interessant zijn om bij de implementatie van uw e-commercesite reeds rekening te houden met deze nieuwe regels, teneinde naar de toekomst toe dubbel werk te vermijden. Lees meer…

Toch geen elektronisch aangetekende zendingen vanaf 30/06/2011

Enige tijd terug publiceerde ik een bijdrage op deze blog m.b.t. een nieuw wettelijk kader inzake elektronisch aangetekende zendingen (zie Nieuw wettelijk kader inzake de (hybride) elektronisch aangetekende zending). Ook een uitgebreidere juridische bijdrage over dat topic, te publiceren in het tijdschrift Computerrecht, was zo goed als af.

In het Belgisch Staatsblad van 21/06/2011 verscheen de Wet van 31/05/2011 houdende diverse bepalingen inzake telecommunicatie. Art. 24 van deze wet schrapte evenwel alle nieuwe bepalingen inzake de elektronisch aangetekende zending uit de Wet Certificatiediensten van 2001 en de Wet Economische Overheidsbedrijven van 1991. Volgens de M.v.T. bij de Wet van 31/05/2011 is de reden voor deze opheffing (Parl. St., amendement n° 3 bij het wetsontwerp, DOC 53 1247/003):

Om in deze aangelegenheid voor meer rechtszekerheid te zorgen, worden de artikelen betreffende de elektronische aangetekende brief opgeheven teneinde ze, met toepassing van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, aan de Europese Commissie voor te leggen. Tijdens de raadpleging van de Europese Commissie, zal over deze artikelen geen beslissing worden genomen. 

Concreet betekent dit dat het in mijn eerdere blogbijdrage besproken wettelijk kader volledig wordt opgeheven, dit voor onbepaalde duur. Ingevolge deze schrappingen blijven ook de geviseerde bepalingen van de Wet Vertrouwensdiensten van 2007 m.b.t. de elektronisch aangetekende zending verder bestaan. Doch deze bepalingen zijn, bij gebreke aan de nodige en tijdige KB’s, op vandaag dode letter. Dus om onder Belgisch recht elektronisch aangetekende zendingen te kunnen versturen, wordt het nog wat wachten

Wordt ongetwijfeld vervolgd!

The Bright Side n°7: “Verras je vrienden en laat hen (illegaal) kennis maken met deze site!”. Over de juridische valkuilen bij virale marketing.

Vandaag werd the Bright Side n°7 gepubliceerd op de website van Bright Advocaten, over virale e-mailmarketing:

Onder virale marketing worden campagnes begrepen waarbij het sociale netwerk van een gebruiker of klant wordt aangewend om reclame te verspreiden voor een bepaald product of dienst. U kent dit marketingconcept ongetwijfeld in de vorm van campagnes zoals “Nodig een vriend uit” of “Stuur deze site door naar drie kennissen“. Alleen is het voeren van dergelijk onlinemarketing niet zonder juridisch risico. Deze marketingstrategie is immers onderworpen aan diverse wetsbepalingen die, indien ze niet worden nageleefd, tot een staking van de marketingcampagne kunnen leiden. In een recent gepubliceerd arrest bevestigde het Hof van Beroep te Luik de toepassing van diverse wettelijke principes op het concept van de virale e-mailmarketing.

U kan deze the Bright Side via deze pagina raadplegen.

Nieuw wettelijk kader inzake de (hybride) elektronisch aangetekende zending

In de ‘Oudejaarseditie’ van het Belgisch Staatsblad van 31/12/2010 (2e editie) verscheen de Wet van 13/12/2010 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten.

De hoofdmoot van deze wet heeft betrekking op het scheppen van een nieuw juridisch kader inzake het aanbieden van postdiensten teneinde de volledige liberalisering van de postmarkt te bewerkstelligen. Daarmee zet België op de valreep – de uiterste omzettingsdatum was 31/12/2010 – de Derde Europese Postrichtlijn (Richtlijn 2008/06/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008) om in Belgisch recht.

Van de gelegenheid heeft de wetgever gebruik gemaakt om diverse wijzigingen aan de Wet van 09/07/2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten (hierna: Wet Certificatiediensten of WCD) aan te brengen met het oog op het creëren van een (nieuw) wettelijk kader inzake het aanbieden van (hybride) elektronische aangetekende zendingen.

Lees verder

De bescherming van de GUI van een computerprogramma

In een recent arrest van 22/12/2010 sprak het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uit in welke mate de gebruiksinterface van computerprogramma’s (en dus bijv. ook websites), ook wel Grafical User Interface genoemd (hierna: ‘GUI’), naast de eigenlijke code van het programma, een algemene auteursrechtelijke bescherming kan genieten.

Wettelijke principes inzake GUI’s

Onder Belgisch IP-recht vallen computerprogramma’s onder de algemene bescherming van de Auteurswet van 30/06/1994 (hierna: ‘Auteurswet‘). Onder impuls evenwel van Richtlijn 91/250/EEG van de Raad van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s heeft de Belgische wetgever voor de auteursrechtelijke bescherming van computerprogramma’s een aantal afwijkende regels in het leven geroepen. Dit gebeurde d.m.v. de Wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s (hierna: ‘Softwarewet’).

Vooreerst bepaalt de Softwarewet in zijn art. 1 dat “computerprogramma’s, het voorbereidend materiaal daaronder begrepen, auteursrechtelijk beschermd en gelijkgesteld met werken van letterkunde”, wat inhoudt dat computerprogramma’s, naast de bepalingen van de Softwarewet, eveneens beschermd worden door de Auteurswet.

Art. 2 Softwarewet bevat evenwel een uitzondering op de algemene auteursrechtelijke regel dat elke creatie die in een concrete vorm is uitgedrukt, en origineel/oorspronkelijk is (t.t.z. het resultaat is van een creatieve activiteit), bescherming geniet. De softwarewet sluit immers uitdrukkelijk een aantal aspecten eigen aan computerprogramma’s uit van deze auteursrechtelijke bescherming:

De bescherming overeenkomstig deze wet wordt verleend aan de uitdrukkingswijze, in welke vorm ook, van een computerprogramma.

De ideeën en beginselen die aan enig element van een computerprogramma ten grondslag liggen, met inbegrip van de ideeën en beginselen die aan de interfaces daarvan ten grondslag liggen, worden niet auteursrechtelijk beschermd.

Lees meer over dit bericht

Rechter bevestigt rechtsgeldigheid Creative Commons

Logo Creative CommonsIn een recent vonnis had de Rechtbank van Koophandel te Nijvel als – bij mijn weten – eerste Belgische Rechtbank de gelegenheid om zich uit te spreken over een auteursgeschil waarbij de auteur de bescherming van zijn werk onderworpen had aan één van de beschikbare Creative Commons licenties.

Terecht oordeelde de rechter (zonder enige aarzeling) dat een dergelijke licentie geldig is onder Belgisch recht, en dat de persoon die – in casu via internet – een onder CC beschermd auteurswerk hetzij reproduceert, hetzij aan het publiek meedeelt, de bepalingen van de van toepassing zijnde Creative Commons licentie moet respecteren.

Meer toelichting en het volledige vonnis kan je via deze link lezen: Rechter bevestigt rechtsgeldigheid Creative Commons | Apache.